Nieuw machinepark voor VTI Oostende

"Samenwerking met DB&S Machines was de sleutel"

VTI Oostende houdt duidelijk niet van half werk. Na een grondige evaluatie van de afdeling houtbewerking werd beslist om fors te investeren in een gloednieuw machinepark. Daarvoor werd intensief samengewerkt met DB&S Machines. "Een logische keuze gezien hun service, kwaliteit en hun nabijheid", legt Kris Barber (VTI Oostende) uit.

Van een wit blad begonnen

Hoewel het verhaal zijn voorlopig hoogtepunt kent in 2021 met de ingebruikname van de nieuwe machines, gaat dit al terug tot een viertal jaar geleden. "Toen werd VTI Oostende geconfronteerd met het feit dat de houtafdeling enorm verouderd was en dus broodnodig aan vernieuwing toe was", opent Kris Barber, technisch pedagogisch coördinator VTI Oostende.

"Dat moest veranderen en dus zijn we vrij drastisch te werk gegaan: zo werd beslist dat een gedeelte van het D-blok tegen de vlakte gaat, om plaats te ruimen voor een volledig nieuw opgetrokken vleugel. Nu goed, dat betekende dat alles in het oude D-blok een nieuwe bestemming moet krijgen, met een heuse carrousel aan afdelingen die verhuisd werden. Zo verhuisde de bouwafdeling naar een huurpand, zodat we op die oude site een volledige ruimte konden uitwerken voor de houtafdeling. Daar hebben de leerkrachten van de afdeling Hout dan een volledig plan uitgewerkt om alle machines op een correcte manier te gaan plaatsen, zodat je uiteindelijk over een atelier beschikt dat ingericht is als een bedrijfsatelier."

Met de herinrichting kwam er ook de investering in nieuwe machines. "Er zijn zes machines die overgebleven zijn van het vorige machinepark, de rest is allemaal vernieuwd."

Wouter Van Berlamont, sales director bij DB&S Machines, pikt in: "In totaal gaat het om 23 nieuwe machines, met de keuze voor alle types: een opdeelzaag, een freesmachine, een CNC-machine, een pennenbank ..."

"Er zijn zes machines die overgebleven zijn,
de rest is allemaal vernieuwd"
(Kris Barber, VTI Oostende)

Heuse investering

De toekomstige bouw van een nieuwe vleugel en de investering in 23 nieuwe machines is een behoorlijke pil om slikken. "Gelukkig wilde onze Raad van Bestuur meegaan in dit verhaal en heeft ze het pad geëffend om de financiering rond te krijgen."

De financiering gebeurde in samenwerking met Agion (Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs), de overkoepelende financieringsinstantie van het Vlaams ministerie van Onderwijs. "Dat hielp ons in de vernieuwing van het machinepark: als we het gebouw via Agion gefinancierd konden krijgen, dan kon onze Raad van Bestuur onder de vzw van de scholengroep de nodige fondsen vrijmaken om in het project te investeren om zo de nieuwe machines aan te kopen en om de reorganisatie mogelijk te maken."

Bewuste keuze

Voor die nieuwe machines werden de nodige procedures opgestart met het rondsturen van offertes, waarna men finaal in zee ging met DB&S Machines uit Hooglede. "De keuze voor DB&S Machines is drieledig: zo hebben ze eerst en vooral een enorme diversiteit aan machines. Daarenboven staan ze ook gekend vanwege hun ondersteuning, ook na de verkoop. Ten slotte vonden wij het belangrijk dat het hier ging om een bedrijf uit de regio."

"Onze keuze voor DB&S Machines werd ook door onze Raad van Bestuur positief bevonden", gaat Barber verder.
"Dat zou vroeger moeilijker gelegen hebben; tenslotte zijn we niet per se voor de goedkoopste offerte gegaan. Maar in de procedure konden we verschillende parameters meer gewicht toekennen. Als een bedrijf hypothetisch 5% duurder is maar ze biedt wel een garantie op ondersteuning voor de langere termijn, dan zien we dat budget niet de voornaamste factor hoeft te zijn."

"We konden starten van een wit blad, om samen te kijken
wat VTI Oostende nodig had"
(Wouter Van Berlamont, DB&S Machines)

Geesten gerijpt

Van Berlamont treedt Barber bij: "Dit project is een duidelijke illustratie dat de mindset toch wat is veranderd. Vandaag ligt de klemtoon bij de betrokken partijen steeds meer op kwaliteit en duurzaamheid. Het Fyra-verhaal van enkele jaren geleden heeft ons dat toch wel geleerd: de goedkoopste offerte wint vandaag niet langer automatisch. Je moet kwaliteit hebben, het project moet ook op langere termijn kunnen renderen. Hier mag VTI Oostende dan ook rekenen op ondersteuning na de installatie. Bovendien zitten software-updates ook mee in ons ondersteuningspakket."

Voor DB&S Machines was het een interessante case. "Al verschilt het project in se niet zoveel van andere", vertelt Van Berlamont. "Uiteindelijk wil VTI Oostende de brug slaan naar de bedrijfswereld."
"We konden starten van een wit blad, om samen te kijken wat VTI Oostende nodig had in ideale omstandigheden en wat in realiteit mogelijk was - zowel op het vlak van budget als infrastructuur. De oplossingen moesten ook gericht zijn op zowel de nood van de leerlingen als het leerplan. Op basis van dat alles hebben we dan de puzzel gelegd om de juiste machines op de juiste plaats te zetten."

Leercurve

De uiteindelijke plaatsing van alle machines gebeurde in de overgang tussen 2020 en 2021. "Er zit inderdaad wel wat tijd tussen het eerste contact en de plaatsing en ingebruikname. Dat zie je nu eenmaal vaak bij openbare instellingen omdat alles nog doorheen de papiermolen moet geraken. Uiteindelijk waren alle machines in januari 2021 operationeel."

Het resultaat is een gloednieuw machinepark van 23 verschillende bewerkingsmachines. Daar zitten heus niet enkel basismachines tussen, merkt Van Berlamont op: "Om de kloof tussen de school en de bedrijfswereld zo klein mogelijk te houden, hebben we rekening gehouden met wat vandaag frequent gebruikt wordt in de bedrijfswereld. VTI Oostende mikte dan ook vooral op die gangbare machines en opties in plaats van enkel op de budgetmachines. Op die manier weten schoolverlaters ook waar het over gaat als ze in een atelier terechtkomen en in aanraking komen met een CNC-machine of een digitale meting."

"Ook de leerkrachten zijn mee met het verhaal", gaat Barber verder. "Logisch ook, als je kunt werken met state-of-the-artmachines en techniek. Zij krijgen daartoe ook de nodige ondersteuning van DB&S Machines om die nieuwe technologie over te brengen bij de leerlingen. Want dat was wel nodig; de machines waren dan wel in januari operationeel, er is ook nog een noodzakelijke leercurve voor de leerkrachten; zij moesten zich de soms behoorlijk complexe technologie van elke machine eigen maken om les van een voldoende hoog niveau te kunnen geven."

Van Berlamont pikt in: "Die opleiding na installatie is wel cruciaal. Het is niet gewoon de machine aanzetten en ermee beginnen werken. Het gaat erg vaak om het leren programmeren van de machine, wat toch wel de nodige tijd en inspanning vereist. Het is het duidelijke principe van mens en machine: de één kan niet zonder de andere."