Plastic voedselverpakkingen niet volledig weg te denken
Reduce, reuse, recycle: waar ligt de duurzaamheidslimiet?

De jongste jaren zijn kunststoffen op fossiele basis zodanig in een verdomhoekje gedrukt dat er een nieuwe term voor werd bedacht: 'plastic bashing'. Die afkeer om ecologische redenen zou niet geheel terecht zijn; gebaseerd op veel misverstanden die leven onder consumenten. Toch is er een algemene trend ingezet naar minder plasticgebruik, meer hergebruik en een hogere recycleerbaarheid. Wat leeft er zoal op dit vlak in de verpakkingsmarkt, binnen de voedingsindustrie?
(On)duurzaam

Voor voedingstoepassingen is plastic vanouds het verpakkingsmateriaal bij uitstek, in de vorm van flexibele zakken of harde trays. Het heeft immers veel voordelen ten opzichte van de gangbare alternatieven, óók op het vlak van duurzaamheid.
Zo biedt dit een goede mechanische bescherming en vormt dit ook een fysieke barrière tegen vocht en zuurstof, waardoor het de houdbaarheid van de verpakte producten verlengt en voedselverspilling tegengaat. Bovendien is plastic een stevig materiaal, waarvoor minder grondstoffen nodig zijn ten opzichte van papier om dezelfde technische eigenschappen te bekomen.

Bij de productie ervan wordt ook minder CO2 uitgestoten en plastic is in veel gevallen beter (herhaaldelijk en goedkoper) recycleerbaar. Gerecycleerde PET-flessen zijn in dit opzicht doorgaans een betere optie dan herbruikbare glazen flessen, omdat voor het spoelen van die laatste veel water, chemicaliën en energie vereist zijn.
Plastic scoort op veel vlakken beter dan papier of glas
Toch is er ook een keerzijde aan die duurzaamheidsmedaille. Net door zijn stevigheid breekt plastic immers moeilijk af wanneer dit in het milieu terechtkomt. Daarom luidt het motto al sinds de eeuwwisseling: reduce, reuse, recycling, om op die manier het algemene gebruik van plastic terug te dringen. De zogeheten single use plastics voorop.
Een complete plastic ban is echter ondenkbaar als het om voedselverpakkingen gaat. Daarover is er eensgezindheid bij de verpakkingsproducent, de fabrikant van verpakkingsmachines, de kennisinstelling, de overheidsinstantie en het sorteer- en recyclagebedrijf dat we voor dit artikel spraken. Sommigen noemen de optie less plastic zelfs onomwonden "een drama voor het milieu". Waar liggen er nog ecologische kansen en wanneer botsen we tegen de limieten aan?
3R-strategie

De 3R-strategie rond plastic voedselverpakkingen bestaat zoals vermeld uit drie pijlers: reduce, reuse en recycle.
Ook het gebruik van renewable materialen, bijvoorbeeld op basis van biogebaseerde grondstoffen, maakt deel uit van het zogeheten 'ecodesign'. In de praktijk worden deze materialen echter nog maar weinig toegepast; vooral door de hoge kostprijs.
Reduce
Reduce – of zelfs refuse – houdt in dat men als preventiemaatregel minder plastic gebruikt, en dus ook minder grondstoffen gaat aanwenden. Dit heeft natuurlijk ook economische voordelen (zie verder).
De R&D-diensten van plasticfolieproducenten onderzoeken bijvoorbeeld samen met machinefabrikanten hoe ze de films dunner kunnen maken (downgauging). Dit kan door de juiste additieven te gebruiken in de samenstellingen van de kunststofkorrels voor het extrusieproces, waarmee ook andere eigenschappen kunnen worden verbeterd. Ook een redesign van de finale verpakking is een mogelijke denkpiste, om zo oververpakking en verloren volumes te vermijden.
Dit gebeurt weliswaar altijd met behoud van de functionele eigenschappen van de uiteindelijke folie, om zo de kwaliteit en voedselveiligheid van de verpakte levensmiddelen niet in gevaar te brengen. Ook moeten de marketingmogelijkheden intact blijven, met onder meer een goede hechting van de inkten. Tot slot is ook gebruiksgemak een belangrijk gegeven.
Het behoud van de verpakkingsfunctionaliteiten gaat voor op eventuele duurzaamheidswinsten
Hoewel diepvriesfrieten scherp kunnen zijn, kunnen die tegenwoordig verpakt worden in een zak van slechts 25 µm dik. Tot enkele jaren geleden was dit nog minstens dubbel zo dik. Voor andere, minder kwetsbare toepassingen, kan de folie mogelijk zelfs nog dunner zijn.
Voor secundaire verpakkingen, zoals shrink wraps, zijn de voedselveiligheidseisen minder strikt en kan er ook gerecycleerd materiaal gebruikt worden (zie verder). Hier speelt vooral de vereiste stevigheid dan weer een bepalende rol; afhankelijk van het formaat en het gewicht van de verpakte goederen. Daarom gaat het voor deze toepassing doorgaans over folies van 25 tot 35 µm dikte.
Reuse

In de strikte zin betekent reuse dat een verpakking in dezelfde vorm hergebruikt wordt, na een eventueel georganiseerde inzameling en reiniging. Dit vond bijvoorbeeld al zijn intrede bij drankbekers op evenementen, bij fastfoodketens die hun frieten aanbieden in herbruikbare plastic bakjes, of bij winkels waar je als klant je (eigen) verpakking kan (her)vullen.
Op industrieel niveau speelt dit aspect van de 3R-strategie momenteel slechts in heel beperkte mate mee, bijvoorbeeld bij aanbieders van kant-en-klaarmaaltijden, en dan vooral omwille van de voedselveiligheid en de vele praktische bezwaren. Dikwijls gaat het hier overigens om dikkere verpakkingen, waarbij de effectieve duurzaamheid dan in vraag moet worden gesteld.
Hergebruik van materialen gebeurt natuurlijk wel via recyclage.
Recycle
Momenteel worden nog dikwijls verschillende materiaalsoorten gecombineerd in een multilayer, bijvoorbeeld bij koffie- of chocoladeverpakkingen, om zo de verschillende barrièrecapaciteiten van die verschillende lagen te benutten. Voor een goede (mechanische) recycleerbaarheid zijn echter verpakkingen van monomateriaal nodig, als onderdeel van de design for recyling guidelines van RecyClass. Dit betekent: louter plastic en eenzelfde soort polymeren; niet in combinatie met bijvoorbeeld papier of aluminium, of polyamide in combinatie met polyethyleen.
Ofwel moeten die verschillende materiaalsoorten bij het sorteren gescheiden (kunnen) worden door de consument, maar dit blijkt in de praktijk een moeilijk gegeven. Om die reden worden schaaltjes en hun afdichtingen steeds vaker uit hetzelfde materiaal vervaardigd, in het geval van bijvoorbeeld PP of PE.
De vervanging door een verpakking van monomateriaal kan natuurlijk niet zomaar voor elk voedingsproduct, omdat die verschillende barrières nu eenmaal nodig zijn. Hierdoor waren de monomaterialen aanvankelijk vaak dikker. Barrièrecoatings of -inkten kunnen hierbij nog een mogelijke oplossing vormen, zonder de recycleerbaarheid in het gedrang te brengen.
Na het recyclen kan het verkregen recyclaat soms worden ingezet ter vervanging van de primaire grondstoffen. De Europese PPWR-regelgeving (Packaging and Packaging Waste Regulation), die geldt voor elk Europees land, bepaalt onder meer dat tegen 2030 alle op de markt gebrachte verpakkingen recycleerbaar moeten zijn. Sommige verpakkingen zullen daarbij een minimum percentage aan post-consumer gerecycleerd materiaal moeten bevatten. Verpakkingsproducenten zijn hier al volop mee bezig en gaan bij PE-folies zelfs tot bijna 100% recyclaat, aangevuld met nieuwe additieven.
De ultieme oplossing is een verpakking van zo weinig mogelijk materiaal, en dan nog liefst monomateriaal
Gerecycleerde folies worden omwille van de voedselveiligheid vooralsnog niet gebruikt voor primaire voedselverpakkingen. Dit kan wel in het geval van een chemische recyclage, maar dit hitteproces vergt meer energie dan het vermalen tot granulaten bij de mechanische variant.
Voor omverpakkingen worden wel al volop gerecycleerde folieverpakkingen gebruikt, die dan dus ook opnieuw recycleerbaar zijn. Die zijn volgens de bewuste producent even duur, maar veel ecologischer dan virgin films: de CO2-uitstoot zou hierbij 80% lager zijn over de hele levenscyclus beschouwd.
Gerecycleerde PET mag overigens wel gebruikt worden voor voedingstoepassingen. Het gaat hier immers om een zuivere stroom van materiaal die gerecycleerd kan worden. Daarnaast zijn er bij gerecycleerde PET ook minder uitdagingen op het gebied van voedselveiligheid.

De hele logistiek voor de inzameling van het plastic zwerfafval vormt momenteel nog een uitdaging, om zo een closed loop en een maximale recyclagegraad te bereiken. In 2023 is in België een plastic recycling rate van 68% behaald, wat erg hoog is in vergelijking met onze buurlanden. Toch zijn er op dit vlak zeker nog verbeterstappen te zetten, net als bij de consumenten die zwerfvuil in eerste instantie moeten vermijden en nog beter moeten sorteren.
Implicaties voor verpakkingsmachines
Tot zover de evoluties aan de materiaalzijde. Welke gevolgen heeft dit voor de extrusiemachines, die de folies maken, en voor de verpakkingsmachines die deze materialen moeten verwerken?
Monomateriaal
De verschillende lagen en karakteristieken bij laminaatverpakkingen komen ook handig van pas bij het eigenlijke verpakkingsproces. Zo kan er bij flowpackmachines namelijk een lekvrije en gasdichte afdichting bekomen worden door het materiaal te smelten tussen twee sealbalken (heat seal), met een zekere range tussen de smelttemperatuur van de buitenste en de binnenste materiaallaag.
Dit gegeven verdwijnt in het geval van een laminaatverpakking uit monomateriaal. Hierdoor verkleint het temperatuurbereik voor een goeie sluiting of kan men minder hitte op de sealbalken zetten. Dan moet men spelen met andere procesparameters, zoals de tijd. Dit resulteert dan weliswaar in een lagere productie per uur. Ditzelfde effect kan ook bekomen worden door de sealbalken te verlengen.

Ook de flow van de monofolie bepaalt of die gebruikt kan worden of niet. Vormschouders zijn hierin een essentiële factor. Bij eventuele machinestilstanden ontstaat het risico op doorbranden van de folie. Dit kan worden tegengegaan met actieve koeling.
Fabrikanten van verpakkingsmaterialen en -machines zoeken samen naar mogelijke optimalisaties
Nog een andere oplossing is om het monomateriaal via ultrasoon straling te sealen, in plaats van met hitte. Zo is het hele proces optimaal af te stellen, maar dit vergt een hoge investering. In ieder geval is bij het testen en optimaliseren een goede samenwerking nodig tussen de leveranciers van het verpakkingsmateriaal en de machine, en de gebruiker.
Uit economisch en ecologisch standpunt is het natuurlijk wenselijk om de bestaande machines te kunnen finetunen of upgraden, in plaats van in een nieuwe verpakkingslijn te moeten investeren. De effectieve haalbaarheid zal hierbij afhangen van de leeftijd van de beschouwde apparatuur.
Recyclaat
De inhoud van PMD-zakken is logischerwijs vervuild door bedrukking, verfsporen, voedselresten ... Als je dit materiaal na mechanische recyclage als gerecycled materiaal wilt gebruiken voor nieuwe verpakkingen, kunnen deze lichte vervuilingen afwijkingen veroorzaken in zowel het proces als het eindproduct. Deze problemen zouden er niet zijn als men zou vertrekken van zuiver, virgin materiaal.

Voor voedingstoepassingen moet het bovendien om hoogwaardig PET-recyclaat gaan – geur- en kleurvrij – wat betekent dat er tijdens de mechanische recyclage een extra deep cleaning-stap vereist is. Ook het (economisch) potentieel van die geavanceerde wasmethodes wordt momenteel onderzocht, onder andere binnen het project R3PACK van POM West-Vlaanderen.
Drijfveren
De vraag naar duurzamere verpakkingen komt uit verschillende hoeken. Zowel consumenten als levensmiddelenproducenten, sectorfederaties, verpakkingsfabrikanten, machinebouwers, retailers en de overheid leggen zichzelf of anderen dwingende of vrijblijvende targets op om de ecologische voetafdruk te verkleinen. Wat zijn de redenen om als voedingsbedrijf – waar mogelijk – te kiezen voor duurzamere plastic verpakkingen?
Wetgeving
Eerst en vooral moet natuurlijk de huidige wetgeving gevolgd worden, zoals de duurzaamheidsrapportages binnen CSRD, en moet men zich voorbereiden op aangekondigde wetswijzigingen, zoals PPWR. Sommige bedrijven willen vrijwillig op deze stadia en doelstellingen vooruitlopen, om op die manier alvast futureproof te kunnen werken.
Financieel

Op het tweede plan worden bij elk bedrijf de kosten onder de loep genomen. Zoals vermeld, gaat de ecologische winst van dunnere verpakkingen gepaard met economische voordelen, omdat hiervoor minder materiaal nodig is. Ook het verbruik, de stockage en het transport moeten hierbij natuurlijk in rekening worden gebracht.
Bedrijven worden ook financieel gestimuleerd om in te zetten op de recycleerbaarheid van hun verpakkingen, via de Groene Punt-tarieven die zij binnen hun Extended Producer Responsibility aan Fost Plus betalen. Die tarieven worden immers berekend op basis van de effectieve kosten voor de inzameling, sortering en recyclage van de verpakkingen. Ook de opbrengsten die Fost Plus haalt uit de verkoop van de gerecycleerde materialen worden daarbij in rekening gebracht.
Concurrentieel
Tot slot zien veel bedrijven duurzaamheid ook als een concurrentiële troef, om zich zo te onderscheiden op het schap of zich in de gunst te werken bij afnemers. Zij vermelden dan dikwijls expliciet op de verpakking dat die recycleerbaar is, als verkoopargument, onder het motto telling is selling. Een duurzame verpakking draagt natuurlijk ook bij aan het algemene bedrijfsimago.
Met medewerking van Fost Plus, Howest, Pack4Food, Omori Europe, POM West-Vlaanderen en Segers & Balcaen