MEEST GEBRUIKTE LAMPEN VOOR WINKELVERLICHTING
Fluorescentielampen
Fluorescentielampen, zoals tl-lampen, worden hoofdzakelijk gebruikt voor algemene winkelverlichting, met name voor het creëren van lichtlijnen tussen rekken en schappen in bv. supermarkten en hardwarehandels. Vooral belangrijk bij de toepassing van deze lampen is een correct gebruik van de armatuur rond de lamp. De spiegel helpt het licht zo efficiënt mogelijk te sturen. De voornaamste voordelen van fluorescentielampen zijn hun hoge energie-efficiëntie en lichtstromen. Deze lampen hebben wel een kortere levensduur dan ledverlichting, waardoor ook de onderhouds- en vervangingskosten hoger oplopen. Ook kunnen fluorescentielampen niet goed tegen de kou. Voor buitentoepassingen is deze lamp niet aan te raden.
Gasontladingslampen
De hogedrukgasontladingslamp (HIT) is tot op vandaag het populairst voor winkelinrichting. De lampen kunnen voor algemene verlichting worden toegepast, maar zijn vooral zeer geschikt voor accentverlichting onder de vorm van spots op rails. Ze bieden een uitstekende lichtkwaliteit en een zeer natuurgetrouwe kleurweergave. Met een kleurweergave-index van 90 of meer is deze lamp nog steeds de sterkhouder (al zijn er al leds op de markt met een kleurweergave-index van 90). Het voornaamste nadeel van HIT is het energieverbruik.
Leds
Ledverlichting raakt steeds meer ingeburgerd, zowel binnen als buiten en zowel voor algemene, dynamische als accentverlichting. Leds zijn goed bestand tegen de kou, produceren geen warmte en geen uv-straling. Ze verbruiken minder watt en hebben een langere levensduur (15.000 tot 50.000 uur). Ook een minimale kleurweergave-index van 90 kan met leds worden gerealiseerd. Doordat leds tot minstens driemaal langer meegaan, blijven de onderhouds- en vervangingskosten beperkt. Leds lenen zich bovendien bijzonder goed tot dynamische verlichting. Het voornaamste nadeel is echter de hogere initiële investering (de ROI op voorhand berekenen is aangeraden). Daarnaast worden leds vaak als lamp en armatuur ineen aangeboden. Dat vereist vooral een nieuwe denkwijze (werken met totaalmodules).
